Geboren: 8 juli 1821, Wangerooge (Duitsland), Overleden: 4 november 1903, Amsterdam
Zie ook het verhaal “P.W. Janssen, Indisch kapitaal voor Vledderveen en omstreken, P.W. Janssen als weldoener” (Bron fledderkerspel.nl, Kerspelstokkies 21).
P.W. Janssen speelde een belangrijke rol voor de “oud geworden vrijboer” in de Maatschappij van Weldadigheid, maar ook voor Vledderveen. Het deed dit voornamelijk door het schenken van financiële middelen.
Rustoord I en Rustoord II te Wilhelminaoord
Rustoord I te Wilhelminaoord (Bron: Drents Archief)
Aan de Maatschappij schonk P.W. Janssen een bedrag van f 4000,- voor de bouw van een rustoord. Het gebouw “Rustoord” werd op 25 augustus 1893 geopend. In 1895 stelde de heer Janssen nogmaals f 5000,- ter beschikking waardoor het Rustoord, dat bestond uit 5 aaneengesloten woningen, met drie woningen kon worden uitgebreid. Later schonk de heer Janssen in totaal f 35000,- waardoor Rustoord II op 24 november 1904 kon worden geopend. [1]
Vledderveen
De heer Janssen schonk ook financiële middelen voor de ontginning van percelen heide in Vledderveen. Genoemde filantroop was in 1886 zeer getroffen door de toestanden in het Vledderveen, vlak buiten de koloniën. Hier stonden destijds op een terrein van 1000 bij 4000 meter 98 woningen en hutten en de omstandigheden van de bewoners vormden een schrille tegenstelling met die van de kolonisten. Het gebied werd doorkruist door vele voetpaden en enkele onberijdbare wegen. De waterafvoer was onvoldoende, door de keileemlaag in de grond. [2]
Aanleg zandweg en waterafvoer
In 1899 schonk de heer Janssen een bedrag van 3900 gulden voor de aanleg van een zandweg met ernaast een waterafvoer. De aanleg van deze zandweg – de tegenwoordige P.W. Janssenlaan – en waterafvoer leverde tegelijkertijd werkgelegenheid op. In 1903 waren de werkzaamheden voltooid.
Laatste dag van het werk aan de P.W. Janssenlaan door het Vledderveen
Door de aanleg van de waterafvoer daalde de waterstand met een meter en konden de heidevelden in cultuur worden gebracht. Ook hierbij schoot de heer Janssen weer te hulp. Hij schonk de Maatschappij van Weldadigheid een som geld, waardoor zij in de gelegenheid was de Vledderveners in werkverschaffing hun eigen grond te laten ontginnen.[3]. Tussen 1898 en 1904 werd al 25 hectare grond ontgonnen. Naast de P.W. Janssenlaan waren naar de “Boerensloot” (de Boergrup) twee verbindingswegen aangelegd, die aansloten op zandwegen die naar Vledder liepen. Voor kinderen uit Vledderveen, die in Vledder naar school gingen, was dit een uitkomst.
Hoeve Immer Moed (voorheen Hoeve Rustoord)
Begin twintiger jaren werd op de ontginning “Hoeve Immer Moed” gesticht. Voornoemde zandweg tussen deze hoeve en de zuivelfabriek “Deli” in Wilhelminaoord was een uitkomst voor de bewoners van Vledderveen, zoals ook de financiële steun die de heer Janssen aan Vledderveen verleende voor de aankoop van kunstmest voor particuliere ontginninkjes. Deze steun is van grote betekenis geweest voor de ontwikkeling van Vledderveen, waarvan de bewoners een karig en hard bestaan hadden als veenarbeiders en mandenvlechters.
Foto 1 van Zuivelfabriek Deli te Wilhelminaoord omstreeks 1904 (bron: A.K. Bovenkamp, Fledderkerspel)
Ouderen kunnen zich misschien de oude stoomzuivelfabriek “Deli” nog herinneren. Deze fabriek stond op de plek waar de P.W. Janssenlaan als zandweg uitkomt op de Koningin Wilhelminalaan. Tegenwoordig is er een dierenkliniek in gevestigd.
Op de foto 1 van de fabriek staat, en dat is ook leesbaar, de voormalige stoomzuivelfabriek aan de Koningin Wilhelminalaan in Wilhelminaoord. Deze fabriek werd met behulp van P.W.Janssen gebouwd, hij schonk een aanzienlijk geld bedrag om de bouw mogelijk te maken. De fabriek is rond 1897 in gebruik genomen en kwam in de plaats van de in 1880 geopende en in 1894 gesloten botermakerij naast de hoeve Marianne. De zuivelfabriek was een coöperatie en er werd melk verwerkt van 680 koeien waarvan er 130 eigendom waren van de Maatschappij van Weldadigheid.Ze timmerden behoorlijk aan de weg en behaalde prijzen op landbouwtentoonstellingen voor hun producten. De fabriek werd in 1935 gesloten.
Op foto 1 van de fabriek staat voor de fabriek (een deel van) het personeel. Zichtbaar is dat er een wijk of kanaal voor de fabriek liep. De man op de voorgrond staat immers bij een brug. De wijk is mogelijk ook gebruikt voor onder meer de aanvoer van de melkbussen. Achter de fabriek is de fabriekspijp goed zichtbaar.
Foto 2 van Zuivelfabriek Deli te Wilhelminaoord omstreeks 1904 (bron: A.K. Bovenkamp, Fledderkerspel)
De heer J. van der Haven, directeur van de Maatschappij van Weldadigheid vertelde in 1903 als volgt[4]:
Toen ik nu in 1896 het geluk had met den Heer P. W. Janssen kennis te maken, die bij een bezoek aan deze streken mij vroeg wat er gedaan kon worden om den toestand der bewoners in het Vledderveen te verbeteren, kwam de gedachte bij mij op om den Heer Janssen voor te stellen, behalve de gelegenheid voor werkverschaffing, door ontginning in den winter, zoals den vorigen winter door ontginnen van heidegrond, te trachten door het geven van een voorschot in den vorm van kunstmeststoffen aan deze bewoners, hunnen toestand te helpen verbeteren. In het Vledderveen, groot 400 hectaren, zijn 98 woningen, bewoond door evenveel gezinnen. De meeste dier woningen zijn hutten en bijna zonder onderscheid heeft ter plaatse waar nu een enigszins betere woning staat, die echter nog maar nauwelijks aan de minste eischen der woningwet kan voldoen, een hut van plaggen en enkele planken gestaan.
Een feit toch is het, dat de bewoners van het Vledderveen onder eene nijvere bevolking kan gerangschikt worden; ieder bijna zonder uitzondering tracht zijn woning zoo veel mogelijk te verbeteren en dit geschiedt geregeld, wanneer zij met geen tegenspoeden te kampen hebben.
Bekend met den vooruitstrevenden geest der bevolking, zou naar mijne opinie een voorschot in den vorm van kunstmest gunstig werken. De Heer Janssen stelde mij in de gelegenheid de proef te nemen. De Heeren P. van Duinen, Gemeente-secretaris, M. Hartsuiker, lid van den gemeenteraad te Vledder, H. Everts, J. van Weert en A. Wapstra (reeds overleden) te Vledderveen, met mijn persoon als adviseur, zou de Commissie van uitvoering uitmaken.
In ’t najaar van 1898 werd de eerste kunstmest verstrekt, en na dien tijd jaarlijks daarmede voortgegaan. De voorwaarden waaronder de mest afgegeven wordt zijn:
1e dat op het gedrag van het gezin geen bijzondere aanmerkingen zijn;
2e dat zij zich verplichten om ’t volgend jaar in Sept. het bedrag geheel of gedeeltelijk terug te betalen; en
3e dat zij de kunstmest aanwenden voor het perceel, dat daarvoor naar het oordeel van de ondergeteekenden het meest geschikt is.
Het spreekt van zelf, dat de terugbetalingen niet geregeld plaats hebben. Menschen toch die door verbetering van hun land eenige mudden aardappelen meer verbouwen, gaan daarvan niet verkoopen om hun schuld af te doen, zoolang zij geen voldoenden wintervoorraad hebben. Bovendien zijn het menschen die voortdurend onder de schuld van bakker en winkelier moeten zuchten, dus angstvallig om nog op andere manieren schulden te maken. Toch moet gezegd, dat het resultaat van deze kunstmestverstrekking niet onbevredigend is. Het is een feit dat de uitgestrektheid, door de bevolking van het Vledderveen ontgonnen heide sedert 1898, door de Commissie wordt geschat op ruim 25 Hectaren, en dat velen reeds gelukkige eigenaar van een koe zijn geworden.
De ontginning werd echter zeer tegen gehouden door den buitengewoon slechten waterafvoer in het Vledderveen, aangezien alleen de hoogste plaatsen, juist het slechtst gelegen voor waterafvoer, voor ontginning in aanmerking konden komen. Door den aanleg van de P. W. Janssenlaan is nu een andere toestand voor de bewoners gekomen. Een weg die het Vledderveen over de gansche lengte doorsnijdt geeft aan de bewoners gelegenheid om zich te verplaatsen, hunne producten af te voeren en hunne kinderen geregeld naar school te laten gaan. Vroeger toch was er in het gansche Vledderveen niet één weg, doch honderde voetpaden, en enkele onberijdbare veldwegen werden voor het onderling verkeer op dat heideveld gebezigd.
Het grote voordeel dat deze weg voor de bewoners en eigenaars van de gronden zou brengen werd door enkelen ontkend, vandaar dat niettegenstaande door den Heer P. W. Janssen op 21 Dec. 1899 het geraamde bedrag à ƒ 3900.- werd beschikbaar gesteld, eerst in 1903 de weg tot stand kwam. Zonder de medewerking van den Heer N. A. T. van Duyfhuys Beijnen, die door zijn onvermoeid streven verschillende bezwaren heeft opgelost, zou deze weg waarschijnlijk niet tot stand gekomen zijn. Van Februari tot Augustus van dit jaar werd bovendien het dagelijksch toezicht op het werk door hem uitgeoefend. Voor die belangelooze en buitengewoon groote medewerking breng ik hem een woord van warmen dank namens alle bewoners van het Vledderveen.
De bovenbeschreven P.W. Janssenlaan wordt beplant met eiken telgen en zal door de M. v. W., in ruil voor het plantrecht, onderhouden worden. Teneinde directe verbindingswegen te maken met het kerkdorp Vledder werden twee wegen aangelegd naar de Boerensloot (de huidige Boergrup, red.) in aansluiting op bestaande zandwegen.
Is het voordeel van den weg groot voor de eigenaars, veel grooter is dit belang nog door de waterleiding die langs den weg over de gansche lengte is aangebracht. Deze waterleiding, door cementen duikers uitloopende in de voormalige wijken, welke indertijd dienden voor den afvoer van de turf, heeft den waterstand met niet minder dan 1 Meter vcrlaagd; en door deze verlaging van het waterpeil kunnen nu de beste heidevelden in cultuur gebracht worden. Dezen zomer werd daarmede reeds door velen een aanvang gemaakt.
Zondagsschool omstreeks 1900 (bron: J. van Weert, fledderkerspel.nl)
In het Vledderveen is een lokaal voor Godsdienstige bijeenkomsten der bevolking (gelegen op de hoek van de Boergrup en de Middenweg, de bijgaande foto is van de Zondagsschoolklas uit die tijd. Wie kan nog personen herkennen? red.). Dat gebouwtje werd indertijd met toestemming van de beheerders gebruikt voor het geven van onderricht in vlechtwerk, ook in het bekleeden van flesschen. Groote resultaten hebben wij daarmede niet verkregen. Iederen winter worden in dat lokaal door mij bijeenkomsten gehouden om de belangen van het Vledderveen te bespreken, er wordt uiteengezet hoe het land bewerkt, drooggelegd en bemest moet worden, het groote belang van goede verzorging voor het vee besproken enz. enz. Bovendien werden door de heeren van Duyfhuys Beijnen bovengenoemd, R. Bleeker, Directeur en H.de Greeff, Leeraar der Gerard Adriaan van Swieten Tuinbouwschool, volksvoordrachten gegeven en lichtbeelden vertoond. Tot het bijwonen dezer bijeenkomsten is de toeloop zoo groot, dat wij verplicht zijn kaarten naar gelang van het aantal beschikbare plaatsen af te geven.
De veronderstelling is gelooven wij niet te gewaagd, dank zij de groote belangstelling van den Heer P. W. Janssen, dat na 25 jaar het Vledderveen in een welvarende streek van de Gemeente Vledder zal zijn veranderd.
Vele streken in ons land, vooral in Drenthe zouden wellicht in den geest van bovenstaande beschrijving tot verbetering te brengen zijn. Mocht deze of gene mij het genoegen willen doen hier een kijkje te komen nemen, dan zal niets mij aangenamer zijn, dan zulks vooraf te vernemen, opdat ik in de gelegenheid zij eenige aanwijzingen te doen.
Toen de turf langzamerhand vergraven was, moesten de bewoners van het Vledderveen op eene andere wijze in hun onderhoud voorzien. Het grootste deel van de mannen vertrekt daarom in het voorjaar naar veenen en andere streken, naar zeepolders of spoorwegwerken, en komt in het najaar met een meer of minder gevulde beurs terug.
Dan komt echter de winter, werk in de buurt is er niet te krijgen, zodat op allerhande wijze in de behoefte van het gezin moet worden voorzien. Zolang de winter nog niet ingevallen is, wordt door velen op uren afstand van hunne woningen, twijg, een soort wilg, opgezocht en gesneden; deze wordt thuis gekookt, geschild en tot mandjes verwerkt. Anderen trachten in de zandverstuivingen helm te snijden om die tot matjes te verwerken. Enkelen maken van een soort hard lang gras, binten genaamd, dokken, om tussen de pannen gelegd te worden ten einde het inregenen tegen te gaan, terwijl er ook zijn die bij voorkeur met stropen of met bedelen den kost ophalen. Het aantal bedelaars is echter de laatste jaren onder de bewoners uit het Vledderveen zoo verminderd, dat deze tot 2 of 3 gezinnen terug gebracht zijn.
Naschrift
Helaas is die voorspelling over de welvaart 25 jaar later niet uitgekomen. De Eerste Wereldoorlog (1914 – 1918) gooide roet in het eten en weer tien jaar later was er de beruchte economische crisis die tot diep in de dertiger jaren duurde. Eigenlijk pas enkele jaren na de Tweede Wereldoorlog werden de levensomstandigheden langzamerhand beter. De economie in zijn algemeenheid trok aan en mede doordat men zich in Vledderveen organiseerde, o.a. op het gebied van gemeenschappelijk inkopen door de vereniging Plaatselijk Belang, ontworstelde men zich aan een lang verleden in grote armoede.
Bronnen
[1]Een steen in de vijver, L. Lambregts, Van Kerkvoorde en Hollander b.v., 1985
[2]De bevolking van de vrije koloniën der maatschappij van weldadigheid, A. Kloosterhuis, De Walburg pers, Zutphen, 1985
[3]Achter de Aa, Geschiedenis van Vledder, H.Gras, Bremer Drukkerijen b.v., Assen, 1997
[4] Kerspelstokkies nr. 4 en 5, Historische vereniging ’t Fledder Kerspel, Vledder.