Ontmoeting in Vledderveen
Van Verenigingslokaal “Samen Een”, via Café Veldhuizen naar Dorpscentrum De Heidehoek
In oktober 1932 neemt het gemeentebestuur van Vledder, nadat haar uit verschillende gesprekken is gebleken dat daaraan behoefte is, de eerste stappen om te komen tot de stichting van een “vereenigingslokaal” in Vledderveen. Zij nodigt een aantal belanghebbenden uit voor een bespreking op 25 oktober van dat jaar, in het Gebouw voor Onderwijs en Ontspanning te Frederiksoord (het huidige dorpshuis in Wilhelminaoord). Besloten wordt tot de bouw van een nieuw gebouwtje van ruim 40 m2 .
Als oprichters van het lokaal worden genoemd:
- Mr.J.Linthorst Homan, Burgemeester van Vledder;
- M. Hoekstra, hoofd der ol. School te Vledderveen;
- de kerkvoogden der Nederlandse Hervormde Kerk te Vledder;
- de afdeeling Vledder van de Sociaal Democratische Arbeiderspartij;
- de afdeeling Vledderveen van de Nederlandse Bond van Arbeiders in het Landbouw-, tuinbouw- en zuivelbedrijf;
- de afdeeling Vledderveen van de Nederlandse Federatie van Land-, Tuin- en Veenarbeiders en Zuivelbewerkers;
- de IJsvereniging “Nieuw Leven” te Vledderveen.
Opvallend was het dat Buurtschap 2 – er waren destijds 5 buurtschappen in Vledderveen – in meerderheid niet mee wilde werken tot de oprichting van het gebouw. Zij waren later echter wel één van de vaste huurders van het gebouw, voor hun bijeenkomsten.
Volgens een raming van de gemeenteopzichter zou een dergelijk gebouwtje met dubbele wanden, “op steenen voetstuk”, f 555,- gaan kosten. Bij goed onderhoud zou het, in ieder geval, 15 jaar in goede staat kunnen blijven. De gemeente zou de grond, achter het vroegere schoolplein aan de Jodenweg, waar thans de ingang van het huidige dorpshuis is, gratis ter beschikking stellen. De inwoners van Vledderveen moesten zelf zorgdragen voor het grondwerk.
Het bedrag voor de bouw stelde niet zoveel voor, zou je thans denken. Maar let op! Het totale bedrag moest geleend worden bij de Boerenleenbank in Vledder. Deze wilde dat ook wel, maar verbond er de nodige voorwaarden aan.
Allereerst de gebruikelijke als rente (5 %) en aflossing (f 40,- per jaar), daarnaast werd er verlangd dat de leden, van de te vormen commissie, een schuldbekentenis tekenden en dat, ten minste, 2 bestuursleden van iedere belanghebbende vereniging zich aansprakelijk stelden. De bank zegde wel toe tot wederopzegging f 25,- per jaar bij te dragen.
Met de bank werd ten slotte overeengekomen dat de jaarlijkse lasten voor wat betreft rente en aflossing 15 jaar lang f 56,66 zouden bedragen.
Voor het bestuur van het gebouwtje werd de “Commissie tot oprichting en instandhouding van een vergader- en verenigingslokaal te Vledderveen” gekozen. Voorzitter werd Mr. J. Linthorst Homan, burgemeester van de gemeente Vledder. Secretaris-penningmeester werd de heer M. Hoekstra, hoofd van de school in Vledderveen, ook wel burgemeester van Vledderveen genoemd.
Verder leverde iedere vereniging die tot de oprichter behoorde een afgevaardigde, zo ook de Coöperatieve Boerenleenbank te Vledder.
Als schuldenaar tekenden, onder andere:
- J. Klaver voor de IJsclub;
- T. Veldhuizen van de Landarbeiderbond en
- J. van Waveren voor de Federatie van Landarbeiders.
Als borgen tekenden:
- J.v.d.Veen Lzn, E. van Wendel, J. Klaver en M. van Nieuwenhoven namens de SDAP;
- G.v.d.Walle, H. Hoogeveen en N. Veldhuizen voor de IJsclub;
- R. Schoenmaker, A. Veldhuizen, H.van der Veen JLzn en J. Klaver namens de Landarbeiderbond;
- J. Hollander en J. Marinus JWzn namens de Federatie van Landarbeiders;
- A. de Vries en Jac. De Vries. Namens welke club wordt niet vermeld.
Op 28 november 1932 werden de werkzaamheden begonnen met het grondwerk door, zoals het Gemeentebestuur het schreef: “vier jonge arbeiders te Vledderveen onder leiding van gemeentearbeider E. Wanningen”. In de brief van 29 november 1932, waaruit het hiervoor gemelde citaat komt, staat verder het volgende: “de vier arbeiders hebben hedenochtend geweigerd het werk verder te verrichten onder het motief dat de gemeente van hun werk profiteerde en hun werk dus betaald moest worden”. Wie dit betroffen en hoe het is opgelost is niet duidelijk. Het grondwerk is uiteindelijk wel verricht, aangezien het gebouw op 6 februari 1933 in gebruik werd genomen.
Een collecte onder de inwoners van Vledderveen leverde f 66, 50 op. De uiteindelijk kosten bedroegen f 585, – voor de bouw, f 91,51 voor de meubilering, f 5,22 voor smidswerk en f 10,60 voor onkosten bij oprichting. De cijfers spreken voor zich. Het geeft een beeld van de gedwongen soberheid en de geringe middelen in die jaren.
In het eerste jaar, van 6 februari tot en met 30 november, waren er 130 bijeenkomsten, waarvan de Ned. Herv. Kerk er 34 voor haar rekening nam, het J.V.O. 31, Zangvereniging Kunst naar Kracht 29, Landarbeiderbond 7, Evangelisatievereniging 7, SDAP afd. Vledder 5, Plaatselijk crisiscomité Vledder 4, Buurtvereniging 2, Voetbalver. DOS 2, IJsclub 1 enzovoort.
De zaalhuur bedroeg f 2, -. Herhaaldelijk kwamen er verzoeken binnen om, gezien de draagkracht van de vereniging (vanwege de verslechterende omstandigheden zegden velen hun lidmaatschap op), een lager tarief vast te stellen, wat ook regelmatig gebeurde.
In januari 1934 wilde arbeiders zangvereniging Kunst naar Kracht na hun voorjaarsuitvoering een bal houden. Van gemeentewege werd een en ander tegengehouden omdat het gebouw “Samen Een”, niet aan de “eischen”van het dansbesluit van 27 april 1933, staatsblad no. 235, voldeed.
In het tweede jaar wordt er f 114,75 ontvangen en f 105,21 uitgegeven. Dat jaar zijn er 212 bijeenkomsten. De jaren daarna lopen de bijeenkomsten en daarmee samenhangende inkomsten terug. Wel komen er wat andere activiteiten. Zo geeft mejuffrouw Beun knipcursus en houdt de “Commissie voor huishoudelijk voorlichting ten Plattelande” enkele bijeenkomsten.
In september 1935 levert G. Groenink te Vledder de wintervoorraad brandstof, te weten 24 liter eierkolen en 50 lange turf, voor een totaal van f 2,80.
Klaas Brouwer, de plaatselijke smid, verrichtte die winter voor f 1,35 reparaties aan de kachel.
Schilder Jannes Dolsma uit Vledder schildert in 1935 het gebouw buitenom en oliet de vloer voor f 21,60. Hij schildert het af met “1e Klas Oudhollandsch Standgroen en Standbruin”.
In 1938 waren er nog 75 bijeenkomsten, in 1938 nog 56.
Meester Hoekstra hield alles zeer nauwgezet bij. Zelfs de duur van de bijeenkomsten werd vastgelegd. De zondagsschool duurde 1 uur, maar de meivergadering van de SDAP 4 uur.
Op 20 november 1940 ontvangt de Commissie van Beheer een schrijven, van de gemeente Vledder, waarin melding wordt gemaakt van het volgende: “zonder voorafgaande schriftelijke vergunning mogen geen vergaderingen of bijeenkomsten van 20 en meer personen worden gehouden zonder daarvoor de vereischte toestemming te hebben verkregen van den heer Procureur-Generaal, fung. Direkteur van Politie te Leeuwarden”. In dezelfde brief wordt nog opgemerkt dat tot nader order elke politieke vergadering of bijeenkomst, ook van minder dan 20 personen, verboden is. In de verklaringen van “geen bezwaar”, die aan de verschillende verenigingen worden afgegeven in de jaren daarop, wordt steeds geëindigd met de volgende zin: “De bezoekers dienen uiterlijk den 23.00 ure de zaal te hebben verlaten”.
Het aantal bijeenkomsten loopt in die duistere periode sterk terug. In 1942 waren het er 19. Echter na de oorlog, in 1946 waren het er weer 96. Ondertussen, zo blijkt uit de stukken, is de Arbeiders zangvereniging Kunst naar Kracht, een toneelvereniging geworden.
Voor schoonmaakkosten en zeep werd er in die jaren f 2,09 per jaar uitgegeven.
Op 1 oktober 1949 wordt op de vergadering, van de Commissie van Beheer, gesproken om te komen tot de oprichting van een dorpshuis, als vervolg op het verenigingsgebouw, dat er dan al ongeveer 17 jaar op heeft zitten.
In 1950 werden een aantal collectes gehouden onder zowel de plaatselijke bevolking evenals de rest van de gemeente. Het kwam er ten slotte toch niet van, door gebrek aan middelen. Niet alleen de bouw, maar ook de exploitatie leverde onoverkomelijke bezwaren op.
Begin vijftiger jaren zijn er een aantal particulieren in het dorp die plannen hebben om een café te beginnen. Dit komt om verschillende redenen, waarover de analen zwijgen, niet van de grond.
In 1954 start “kleine” Sjouke Veldhuizen met de bouw van een café op het adres Vledderveen 228a. Hij vraagt de benodigde vergunningen aan, maar deze worden nog niet verleend omdat er ondertussen nieuwe mogelijkheden waren ontstaan om een dorpshuis te stichten met financiële steun van het Rijk, Provincie en Gemeente.
In juli 1956 komt de Commissie van Beheer bijeen, dan bestaande uit: Jhr R.O. van Holthe tot Echten, voorzitter; R. Wuite van de Boerenleenbank; J Schipper, R. Veldhuizen, Th. Veldhuizen, T. Koopman, R. Groenink en M. Hoekstra, secretaris, samen met de heren Fransen, chef van het Kabinet van de Commissaris der koningin in Drente; Wanninkhof, van de St. Opbouw Drente en Diemers van het Departement van Maatschappelijk Werk, afd. Drente.
Punt van bespreking: de wenselijkheid om alsnog te komen tot de stichting van een dorpshuis in Vledderveen. De meningen zijn verdeeld en men besluit de zaak voor te leggen aan de eerstkomende vergadering van Plaatselijk Belang. Deze vergadering werd gehouden op 9 augustus 1956 in café Veldhuizen. Er waren 25 leden aanwezig.
De conclusie van voorzitter Jan Schipper luidde aan het eind van de vergadering als volgt:
“Over het algemeen is men volkomen tevreden met een café met vergunning en men voelt er voor dit om te zetten in een dorpshuis”.
“De eigenaar van de lokaliteit voelt er meer voor een eigen café te exploiteren, met alle bezwaren daaraan verbonden, dan op te treden als beheerder van een dorpshuis”.
Bij de gehouden stemming blijkt dat de overgrote meerderheid voor een café met vergunning is, aldus keurig omschreven door meester Hoekstra, als secretaris van Plaatselijk Belang. Op 23 juni 1956 ondertekent “kleine Sjouke”een schuldbekentenis van f 1500,- . In kontanten f 1100,- en f 400,-, voor de getaxeerde afbraakwaarde en inventaris van het bestaande vergaderlokaal “Samen Een”. Er zijn, onder andere, de volgende voorwaarden aan verbonden:
- het geld moet aangewend worden voor het café;
- de eerste vijftien jaren, als telkens 1/15 van het geleende bedrag wordt kwijtgescholden, mag er geen zaalhuur bij de verenigingen in rekening gebracht worden.
Midden zeventiger jaren werd kleine Sjouke caféhouder af en werd hij in rap tempo door een aantal anderen opgevolgd. Nadat het café tijdens nieuwjaarsnacht 1986 afbrandde, werden er wederom plannen ontwikkeld om te komen tot een dorpshuis. Ditmaal lukte deze opdracht wel. Tot op heden is Dorpscentrum “De Heidehoek” een succes gebleken. Het is een heel belangrijke schakel in het sociale leven van Vledderveen.