In 1909 kreeg Vledderveen een lagere school. Uiteindelijk zou het openbaar lager onderwijs in Vledderveen in 2015 eindigen door het tekort aan leerlingen. In de bijna 106 jaar dat de school heeft bestaan, hebben veel Vledderveners en bewoners uit de omgeving les gekregen van de vele docenten ‘die daar hebben gestaan’. Ook hebben een flink aantal hoofdonderwijzers de school aangestuurd.
Echter één hoofdonderwijzer, zonder de anderen tekort te doen, heeft een belangrijke stempel op Vledderveen gedrukt, namelijk Marten Hoekstra. Niet alleen door de wijze van lesgegeven maar ook omdat hij en zijn echtgenote zich op vele manieren hebben ingezet voor Vledderveen. Hieronder het verhaal van Marten Hoekstra.
Marten Hoekstra
Marten HOEKSTRA werd op 25 mei 1899 in Bovenknijpe geboren. Marten was de zoon van Ypkjen Hoekstra (1878-1953), de jongste dochter van arbeider Jan Hoekstra en Otje Zwart, ook woonachtig in Bovenknijpe.
Blijkens de geboorteakte van Marten Hoekstra deed zijn grootvader Jan Hoekstra op 25 mei 1899, ’s middags vier uur, aangifte bij de gemeente Schoterland van de geboorte van een “… kind van het mannelijk geslacht, geboren uit Ypkjen Hoekstra, zonder beroep, ongehuwd wonende te Bovenknijpe, aan welk kind hij verklaarde de voornaam Marten te geven”.
Grootvader Jan Hoekstra deed aangifte, omdat de nog minderjarige Ypkjen was bezwangerd door de vijftien jaar oudere Jan de Haan, eveneens afkomstig uit Bovenknijpe, gehuwd en vader van 4 kinderen.
Het kwam aan het licht toen Ypkjen zes maanden zwanger was en het onmogelijk werd om het nog voor de buitenwereld verborgen te houden. In een kleine gemeenschap als De Knijpe was de identiteit van de aanstaande vader snel bekend. Wat zich tussen haar en Jan de Haan heeft afgespeeld is waarschijnlijk nooit meer te achterhalen. Was het een liefdesaffaire, een kortdurende flirt of een geval van onvrijwillige seks, verkrachting dus? De dorpsgemeenschap was in ieder geval in rep en roer en sprak er schande van. Een keteloptocht met potten, pannen en deksels was in die jaren een gebruikelijke manier waarmee een lokale gemeenschap haar onvrede liet blijken. En het getal van tweehonderd duidt erop dat een groot deel van het dorp zijn stem verhief. Voor het gezin De Haan waren de rapen gaar. Halsoverkop verlieten ze het dorp om een volksgericht te voorkomen. De kans daarop was niet denkbeeldig.
Ypkjen zou haar hele leven ongehuwd blijven.
Over de jeugd van Marten Hoekstra is weinig bekend. Waarschijnlijk groeide Marten op bij zijn grootouders. Wel bekend is dat Marten met succes de maatschappelijke ladder beklom gezien zijn toelating tot de kweekschool. Deze toelating zorgde nog wel voor een probleem, daar Marten niet als wettig kind was erkend, althans dit blijkt uit een veel later toegevoegde aantekening in de kantlijn van zijn geboorteakte.
“Het kind met name Marten in nevenstaande acte vermeld, is door Ypkjen Hoekstra, naaister, wonende te Bovenknijpe, bij eene op heden opgemaakte acte erkend, Heerenveen, 11 februari 1918.”
Waarom Marten pas op zijn achttiende door zijn moeder wettelijk werd erkend, is niet duidelijk, maar het kan verband houden met toelating tot de kweekschool.
Een onderwijzer moest namelijk van onbesproken gedrag en wettige afkomst zijn.(1)
Marten Hoekstra behaalde zijn onderwijzersakte in 1918 aan de kweekschool te Groningen. Hij kwam moeilijk “aan de bak”, zoals hij dat zelf eens verwoordde, omdat hij 4 maanden later in militaire dienst moest.
Na zijn diensttijd was hij volontair op verschillende plaatsen tot hij in 1920 een tijdelijke benoeming kreeg in Lonneker. Niet lang daarna werd hij benoemd aan een bijzondere neutrale school in Helmond. Hier leerde hij ook zijn vrouw, die onderwijzeres was, kennen.
In 1922 werd hij benoemd aan de school in Boven-Knijpe, de plaats waar hij geboren was. Na 4 jaar verliet hij die school, nadat hij er “boventallig” was geworden, om in Jubbega voor de klas te gaan staan.
(1) Het geheim van Marten Hoekstra
Bart Lankester
Kerspelstokkies 48
Historische ver. ’t Fledder Kerspel
Marten Hoekstra naar Vledderveen
Op 1 mei 1927 werd aan P. Zwart, hoofd der school in Vledderveen, eervol ontslag verleend, in verband met zijn benoeming tot onderwijzer in Amsterdam. Marten Hoekstra solliciteerde, net alsnog 16 sollicitanten, naar de baan van hoofd der school in Vledderveen.
In de voordracht van 3 geselecteerde kandidaten door Burgemeester en Wethouders en de Inspecteur van het Lager Onderwijs in de Inspectie Assen stond M. Hoekstra, onderwijzer te Jubbega op de 1e plaats. Hij werd met 4 van de 7 uitgebrachte stemmen benoemd tot hoofd der openbare lagere school te Vledderveen.
De infunctietreding werd bepaald op 1 juni 1927 of zoveel eerder als mogelijk was.
Met deze zekerheid en een bij de school behorende ruime “meesterswoning” besloten Marten en zijn verloofde Hendrika Johanna Meijer, geboren 20-9-1889 in Helmond, om op 17 juni 1927 in Vledder in het huwelijk te treden. Hun huwelijk bleef kinderloos.
Meester Zwart, zijn voorganger, was een man van de oude stempel. Bijna twee meter lang en altijd in het zwarte pak en de hoge witte boord. Hoekstra daarentegen droeg een overhemd met losse boord, een manchester broek en “legerkisten”, hetgeen hem gelijk het nodige gezag opleverde. Het gerucht dat hij kapitein in het leger was geweest is zijn hele loopbaan onderdeel geweest van zijn statuur.
Streng en sociaal, werd meester Marten Hoekstra wel getypeerd. Hij was het langstzittende hoofd (37 jaar) van de openbare lagere school in Vledderveen, van 1927 tot aan zijn pensioen in 1964.
Zoals gezegd, hij was een man van gezag. Hij was streng en kon driftig zijn. Dan sloeg hij met kracht met de liniaal tegen het bord. Soms kon de liniaal daar niet tegen en brak in tweeën… maar nooit sloeg hij een kind. Hij hield van ‘zijn’ schoolkinderen, vertelde Arend Veloo in een interview voor de historische vereniging ’t Fledder Kerspel. (Zie Kerspelstokkie 30)
In zijn afkomst ligt wellicht de verklaring waarom Marten Hoekstra zo van kinderen hield en zich met hart en ziel inzette voor de gemeenschap. Ieder kind verdiende een toekomst, hoe of onder welke omstandigheden het ook ter wereld was gekomen.
Hoofd der school in een klein dorp en wonen in het “meestershuis” naast de school stelde hem letterlijk en figuurlijk centraal in het dorp. Hij behoorde direct niet alleen tot de “notabelen” van het dorp, maar al snel ook tot die van de gemeente Vledder.
De functie van hoofd der school is in die jaren, zoals gebruikelijk in kleine dorpen, veelal meer dan verantwoordelijk zijn voor goed onderwijs. Komend uit Bovenknijpe, een klein dorp oostelijk van Heerenveen, lijkt hij zich daar terdege van bewust te zijn geweest. Dat blijkt al snel.
Ontwikkelingscursussen
Vanaf 1927 tot 1939 gaf meester Hoekstra 12 jaar lang ontwikkelingscursussen voor niet meer leerplichtige jongeren uit de schoolkring Vledderveen. Vanaf 1934 ook voor jongeren uit Boschoord. Er werden ook daadwerkelijk getuigschriften uitgereikt aan hen, die getrouw deze ontwikkelingscursussen aan de ‘avondschool’ in Vledderveen volgden.
Griep
In maart 1935 bleek de griep in de regio toe te slaan. 40 % van de schoolkinderen binnen de schoolkring Vledderveen moest verzuimen.
Mevrouw Hoekstra
De grote betrokkenheid van de heer en mevrouw Hoekstra blijkt ook in diezelfde periode als Mevrouw Hoekstra-Meijer waarneemt in de school in Vledder in verband met ziekteverlof van een onderwijzeres aldaar.
Het huis van meester Hoekstra was letterlijk en figuurlijk een centraal punt, een punt van bespreking, overleg, uitpraten van problemen, goede raad en troost. Dit alles was natuurlijk niet mogelijk zonder de inzet van mevrouw Hoekstra. Zij was iemand die, evenals haar man, altijd klaar stond voor iedereen. Tijdens het middaguur zorgde zij voor een grote pan melk voor de kinderen die ver van school woonden en daarom ’s middags “overbleven”.
Officieel was mevrouw Hoekstra geen vroedvrouw, maar als er ergens in Vledderveen, ook achter in ’t veld, een baby geboren moest worden, was zij het die het “haalde”.
Verenigingslokaal (Dorpshuis) in Vledderveen
In oktober 1932 neemt het gemeentebestuur van Vledder, nadat uit verschillende gesprekken is gebleken dat daaraan behoefte is, de eerste stappen om te komen tot de stichting van een “verenigingslokaal” (dorpshuis) in Vledderveen. Het gemeentebestuur nodigde een aantal belanghebbenden uit voor een bespreking op 25 oktober van dat jaar in het Gebouw voor Onderwijs en Ontspanning te Frederiksoord (het huidige dorpshuis in Wilhelminaoord).
Besloten werd tot de bouw van een nieuw gebouwtje van ruim 40 m2. Als oprichters van het “lokaal” worden genoemd:
- mr. J. Linthorst Homan, Burgemeester van Vledder;
- Hoekstra, hoofd der O.L.-school te Vledderveen;
- de kerkvoogden der Nederlandse Hervormde Kerk te Vledder;
- de afdeling Vledder van de Sociaal Democratische Arbeiderspartij;
- de afdeling Vledderveen van de Nederlandse Bond van Arbeiders in het Landbouw-, tuinbouw- en zuivelbedrijf;
- de afdeling Vledderveen van de Nederlandse Federatie van Land-, Tuin- en Veenarbeiders en Zuivelbewerkers en;
- de IJsvereniging “Nieuw Leven” te Vledderveen.
Voor het bestuur van het gebouwtje werd de “Commissie tot oprichting en instandhouding van een vergader- en verenigingslokaal te Vledderveen” ingesteld.
Voorzitter werd burgemeester Mr. J. Linthorst Homan en secretaris-penningmeester werd, hoe kon het anders, de heer M. Hoekstra, hoofd der school in Vledderveen.
Vanaf dat moment in 1932 tot 1956, toen het verenigingslokaal werd afgebroken en de activiteiten worden verplaatst naar het nieuwgebouwde café van Sjouke Veldhuizen, is hij 24 jaar secretaris/penningmeester van deze commissie, c.q. dit bestuur.
Bibliothecaris
In ieder geval vanaf 1932 trad Marten Hoekstra voor Vledderveen op als boekbeheerder der Centrale Vereniging voor de Reizende Bibliotheken, ingesteld door de Maatschappij tot Nut van ’t Algemeen. Een voorkamer in zijn huis diende als bibliotheek. De factor “lezen” werd, door kinderen en volwassenen, vanuit die kamer door hem gestimuleerd.
Het belang van lezen en dus ontwikkeling voor de inwoners van de streek inziend blijft hij 32 jaar, tot aan zijn pensionering in 1964, functioneren als plaatselijke bibliothecaris.
De functies rijgen zich aaneen blijkt ook in de jaren daarna.
IJsclub “Nieuw Leven”
In 1933 trad Marten Hoekstra toe tot het bestuur van ijsclub “Nieuw Leven”. Hij bekleedde officieel de functie van voorzitter, maar de getypte notulen uit die tijd verraden dat hij ook, in ieder geval voor een deel, als secretaris optrad.
Tot 1959 bleef hij voorzitter van deze vereniging, waarna men na 26 jaar afscheid van hem nam. Als afscheidscadeau werd hem een pijp aangeboden.
Fotograaf
In 1937 schafte Hoekstra zich een fototoestel aan. Hieraan zijn de mooie kiekjes te danken in deze beschrijving van zijn leven in Vledderveen. Aan het dorp heeft hij een schat aan beelden van personen en de omgeving achtergelaten uit de periode 1937 – 1964.
Een van z’n eerste kiekjes was die van de schooljeugd bij het hek, dat het schoolplein scheidde van zijn huis. De voorste 3 zittende jongens zijn, v.l.n.r.: Sjouke Veldhuizen; Chris de Jong en Jan Veldhuizen.
Vervolgens in 1938 is hijzelf, ontspannen zittend in een schoolraam, wellicht door zijn vrouw, op de gevoelige plaats vastgelegd.
In 1940 maakte hij sfeerplaatjes van schaatsvermaak en wedstrijden.
Burenplicht
Hoe sociaalvoelend Marten Hoekstra en zijn vrouw waren, bleek ook weer in 1938, toen de woning van de familie Menso en Jannetje Bokhorst in vlammen opging. Er moest onderdak gevonden worden voor de familie, waarna één van de dochters door Hoekstra en zijn vrouw werd opgevangen. Graag hadden ze dit tijdelijk verblijf in een vast verblijf omgezet, volgens overlevering.
Aan vader Menso Bokhorst trachtte Hoekstra in die periode het schaken bij te brengen. Het bijgevoegde mini schaakspel is nog in het bezit van zoon Anne Bokhorst.
De schooljeugd waardeerde het erg dat meester Hoekstra altijd klompenbandjes op voorraad had en ook wel bereid een bandje te zetten, als er weer eens een kap van een klomp gesneuveld was bij het voetballen of anderszins.
Portretjes jaren veertig
Commissielid “Opbouw van Drenthe”
In 1939 maakte Marten Hoekstra deel uit van een commissie, bestaande uit afgevaardigden van de Gemeente Vledder, de Maatschappij van Weldadigheid en de Vereniging voor de Opbouw van Drenthe.
Deze commissie kreeg als opdracht een agrarisch rapport op te stellen omtrent de gronden en bedrijven gelegen te Vledderveld, Vledderveen en Nijenslekerveld in de gemeente Vledder.
Het uiteindelijke doel was te komen tot ruilverkaveling en ontginning om zo de sociaaleconomische situatie betreffende de inwoners van dit gebied te verbeteren.
Heel nauwkeurig wordt alles beschreven, de staat van de woning/bedrijf en de gronden, het vee dat gehouden werd, de opbrengst van de gronden etc.
Penningmeester begrafenisvereniging “Vledder”
In mei 1944 werd Marten, volgens een verslag van de jaarvergadering van de begrafenisvereniging “Vledder”, penningmeester van deze vereniging.
Hoeveel jaren hij dit penningmeesterschap heeft vervuld is niet duidelijk.
Secretaris “Groene Kruis”
Een paar jaar later, in 1946, blijkt uit een advertentie van november van dat jaar, dat hij secretaris is van het “Groene Kruis” Vledder.
In die advertentie wordt een wijkverpleegster gevraagd.
Gegadigden kunnen zich, met opgave van in bezit zijnde diploma’s, bij hem aanmelden op het adres Vledderveen 196, post Vledder.
Wellicht is dat het moment waarop, de in de regio bekende “zuster” Cassee, als wijkverpleegster, haar intrede deed.
In mei 1959 werd hij tijdens de jaarvergadering weer herkozen.
Bij zijn pensionering en afscheid van de school in 1964 werd door de voorzitter van het Groene Kruis gewag gemaakt van het feit dat Hoekstra dan al meer dan 30 jaar in dat bestuur zit.
Sfeerplaatjes jaren veertig
Medeoprichter Plaatselijk Belang Vedderveen
Ook in 1946, in mei om precies te zijn, werd Plaatselijk Belang Vledderveen opgericht. Marten Hoekstra was één van de oprichters. Als onderwijzer, er moest gecorrespondeerd worden met allerlei instanties, was hij de aangewezen persoon om de rol van secretaris op zich te nemen, hetgeen dan ook gebeurde. Het penningmeesterschap kreeg hij er ook bij.
Met name in de rol van secretaris heeft hij veel betekend voor Vledderveen. Het was de periode na de 2e wereldoorlog waarin allerlei zaken (weer) opgebouwd moesten worden.
Hij correspondeerde over allerlei zaken, onder andere:
- met betrekking tot het steken van (brand)zoden door de plaatselijke bevolking, met de N.V. Ontginningsmaatschappij “Het Landschap Drenthe”;
- met de gemeente Vledder en de Maatschappij van Weldadigheid over verbetering/onderhoud van de wegen en fietspaden in het gebied;
- voor aansluiting op nutsvoorzieningen, zoals telefoon, met het Staatsbedrijf der Posterijen, Telegrafie en Telefonie;
- met betrekking tot de drinkwatervoorziening;
- ten aanzien van de toewijzing van gronden, in het gesaneerde gebied Vledderveen, met de Dienst der Domeinen.
Hij vervulde deze rol 18 jaar lang, tot zijn pensionering in 1964.
Secretaris van Vledderveen
Niet alleen in de rol van secretaris van Plaatselijk Belang schreef hij vele brieven namens de gemeenschap Vledderveen.
Diverse gezinnen bood hij de helpende hand als er gecorrespondeerd moest worden.
Het schriftelijk goed verwoorden van noden was in die tijd niet eenieder gegeven.
Gebroken pijpen
Zoals gezegd Marten was sociaal en kindvriendelijk, maar er moest wel naar hem geluisterd worden. Hij had ook niet veel geduld. Uitroepen als “karamba” of “sacre nom” kwamen met enige regelmaat over zijn lippen als er iets niet goed of niet naar zijn zin ging.
De verhalen over gesneuvelde pijpen, hij sloeg ze stuk tegen het bord of op z’n tafel, zijn er bij de vleet. Niet zo verwonderlijk dan ook dat hij, zoals al eerder vermeld, bij zijn afscheid van de IJsvereniging een pijp kreeg aangeboden.
25 jaar hoofd van de school
In mei 1952 wordt zijn 25-jarig jubileum als hoofd der school gevierd.
Schoolreisjes
In datzelfde jaar 1952 werd er waarschijnlijk voor het eerst met schoolreis gegaan.
Zorgzaam en verantwoordelijk als hij zich voelde voor het hele gebeuren, gingen er veel ouders mee in de touringcar. In die tijd voor de hand liggend, waren dat voornamelijk de moeders. De foto uit 1956 getuigt hiervan.
Zelf staat Marten Hoekstra uiterst links, met de pijp in de hand. Op de onderste rij nog drie huidige (2020) Vledderveners; Izaak van der Walle, Henk de Vries en Piet Flobbe.
Overlijden mw. Hoekstra
Op 18 april 1955 overleed mevrouw Hoekstra, hetgeen diepe indruk maakte. In de eerste plaats op Marten Hoekstra zelf, maar zeker ook op de schooljeugd en de bevolking.
Vanaf dat moment vond hij “onderdak” bij Roelof en Door Groenink. Hier werd voor hem gekookt en vond hij ook een thuis.
Roelof Groenink was in vele verenigingen een medebestuurder van Hoekstra en maakte daarnaast vele jaren deel uit van de gemeenteraad, waarin hij een groot pleitbezorger voor Vledderveen was.
Dorpenonderzoek
In oktober 1958 werd Hoekstra, als adviseur en kenner der gemeente bij het dorpenonderzoek van het P.J.G.N., het Landelijk orgaan van plattelandsjongeren geroemd om zijn raad en daad.
Het dorpsonderzoek van de afdeling Vledder werd uitgevoerd onder het motto “Ken uw dorp”. In dit onderzoek kwamen aan de orde de ligging, de geschiedenis, de zeden, de gebruiken, de samenstelling en de sociaaleconomische toestand binnen de gemeente Vledder. Het onderzoek was een aanzet tot verdere ontwikkeling van de gemeente in brede zin.
1960
Marten Hoekstra geridderd en met pensioen
Marten Hoekstra was als onderwijzer, hoofd der school en bestuurder van vele verenigingen, vertegenwoordiger van Vledderveen in vele gemeentelijke commissies. Commissies, veelal met betrekking tot sociaaleconomische, dan wel maatschappelijke aangelegenheden. Zo was hij, naast de in dit artikel al genoemde en omschreven functies, ook nog actief als:
- Secretaris van de commissie Jeugdzorg en Maatschappelijk werk in Vledder
- Secretaris/penningmeester van de bejaardenreis in Vledderveen
- Bestuurslid van de afdeling Vledder van Beatrixoord
- Bestuurslid van de Nederlandse Onderwijzersvereniging, afdeling Meppel
- Bestuurslid van de plaatselijke afdeling Veilig Verkeer Nederland
- Adviserend lid van de Bond Oud-leerlingen Drenthe.
- Lid van de adviescommissie van het gemeentelijk Studiefonds
- Lid van de plaatselijke commissie van de G.A. van Swieten padvindersgroep
Dit hele scala aan bestuursfuncties, langdurig in het onderwijs, inzet voor en vertegenwoordiging van de inwoners van zowel Vledderveen, alsmede die van de gehele gemeente Vledder, leidt ertoe dat hij in april 1960 werd geridderd in de Orde van Oranje-Nassau.
In 1964 gaat hij na een onderwijsperiode van 45 jaar, waarvan 37 jaar als hoofd der lagere school in Vledderveen, met verdiend pensioen. Op de afscheidsreceptie in zaal Veldhuizen waren meer dan 200 belangstellenden, waaronder veel oud-leerlingen. Uit alle geledingen van de gemeente Vledder waren er loftuitingen aan het adres van de scheidende onderwijzer.
Bij deze gelegenheid bood de voorzitter van de oudercommissie, Johannes Veldhuizen, Hoekstra namens de bevolking van Vledderveen een televisietoestel aan. “T is bar en boos”, was de verblufte reactie van meester Hoekstra.
Verhuizing
De pensionering hield echter ook in dat Marten Hoekstra de “ambtswoning”, het meestershuis moest verlaten. Hij heeft het heel spijtig gevonden dat er op dat moment geen woning voor hem in “zijn” Vledderveen beschikbaar was. Hij vestigde zich in een bejaardenwoning in de Beatrixstraat in Vledder.
Waar mogelijk stelde hij zich, ook na zijn pensionering, dienstbaar op voor eenieder die een beroep op hem deed. Hij was dan ook nog veelvuldig in zijn dorp en de regio te vinden, al dan niet met een lijstcollecte voor een vereniging of goed doel.
In 1970 werd er, n.a.v. de vele verdiensten die hij voor het dorp heeft verricht, een straat naar hem vernoemd.
Het definitieve afscheid
Vrij snel daarna, op 21 april 1970, overleed Marten Hoekstra, op 70-jarige leeftijd in Vledder. Hij neemt zijn “geheim” (over zijn afkomst, zie ook interview ter gelegenheid van zijn pensionering, red. ) mee het graf in.
Marten Hoekstra en zijn echtgenote Hendrika Johanna Hoekstra-Meijer liggen begraven op de Algemene Begraafplaats in Vledder.